Wat is Affine cijfer?
Affine is een monografisch monoalfabetisch substitutie-cijfer. Dit betekent dat de tekst letter voor letter wordt vervangen door een andere letter volgens een specifieke wiskundige methode. Hierbij wordt elke letter van de code vervangen door een andere letter.
Hoe werkt Affine cijfer?
De sleutel bestaat uit twee getallen: A uit de set (1, 3, 5, 7, 9, 11, 15, 17, 19, 21, 23, 25) B uit de set (0, … 25) Het sleutelpaar (1,3) is een Caesar-cijfer. Dit is een eenvoudige code waarbij elke letter wordt vervangen door een andere letter volgens een vaste regel.
Affine-cijfer is een zwakke manier om langere teksten te versleutelen. Er zijn twee methoden om deze code te breken:
- De makkelijkste manier is om alle mogelijke sleutels te proberen.
- Een snellere manier is mogelijk als je weet welke gewone letters overeenkomen met twee versleutelde letters. Dan kun je de geheime sleutel in een paar stappen berekenen.
De benodigde letterparen kun je bijvoorbeeld vinden door frequentie-analyse. Dit is een techniek om te zien hoe vaak elke letter voorkomt.
Lees meer over Affine cipher op Wikipedia (en)
De functie Affine Cijfer
Bovenin het scherm zie je een schuifknop waarmee je kunt kiezen tussen Coderen en Ontsleutelen.
Coderen
Als je ‘coderen’ kiest, verschijnt er bovenin het scherm een tekstveld met daaronder een keuzemenu en een ander tekstveld.
In het eerste tekstveld plaats je de te versleutelen tekst.
In het keuzemenu, Sleutel A, heb je de keuze tussen de cijfers 1, 3, 5, 7, 9, 11, 15, 17, 19, 21, 23 en 25. Dit is het eerste deel van de sleutel. Je kunt een waarde kiezen uit het menu of de waarde veranderen met de plus- en minknop.
In het tweede tekstveld, Sleutel B, heb je de keuze tussen de cijfers 0 tot en met 25. Dit kun je zelf invullen of de waarde veranderen met de plus- en minknop. Sleutel B is het tweede deel van de sleutel.
Onder Uitvoer komt de versleutelde tekst te staan.
Ontsleutelen
Als je ‘ontsleutelen’ kiest, verschijnt er bovenin het scherm een tekstveld met daaronder een keuzemenu en een ander tekstveld.
In het eerste tekstveld plaats je de versleutelde tekst.
In het keuzemenu, Sleutel A, heb je de keuze tussen de cijfers 1, 3, 5, 7, 9, 11, 15, 17, 19, 21, 23 en 25. Dit is het eerste deel van de sleutel. Je kunt een waarde kiezen uit het menu of de waarde veranderen met de plus- en minknop.
In het tweede tekstveld, Sleutel B, heb je de keuze tussen de cijfers 0 tot en met 25. Dit kun je zelf invullen of de waarde veranderen met de plus- en minknop. Sleutel B is het tweede deel van de sleutel.
Onder Uitvoer komt de ontsleutelde tekst te staan.