In het menu Codering en Codes staan functies waarbij GC Wizard verschillende technieken gebruikt om berichten te coderen en te ontsleutelen.

In dit artikel worden de verschillende methoden uitgelegd.

Asymmetrische versleuteling

Bij een symmetrische versleutelmethode wordt maar één sleutel gebruikt. Deze sleutel wordt gebruikt voor zowel het versleutelen als het ontsleutelen van de tekst.

Hier kunnen verschillende methoden voor worden gebruikt.

Transpositie

Bij transpositie verander je de volgorde van letters of cijfers in een bericht. De cijfers of letters zelf blijven hetzelfde.

Substitutie

Bij substitutie worden letters of tekens in een bericht vervangen door andere letters of tekens, volgens een vaste regel.

We kennen de volgende vormen van substitutie:

• Monoalfabetische substitutie: Alle letters in het bericht worden vervangen door letters uit hetzelfde alfabet.
• Polialfabetische substitutie: Er worden meerdere alfabetten gebruikt om letters te vervangen.
• Monografische substitutie: Er wordt telkens één letter vervangen.
• Bi-/polygrafische substitutie: Er worden telkens twee of meerdere letters tegelijk vervangen.

Stream-cipher

Bij stream-cijfers maak je een tekst geheim door elk teken apart te veranderen. Je gebruikt daarvoor een reeks tekens, die de sleutelstroom heet. Die reeks is niet echt willekeurig, maar lijkt dat wel. Hij komt van een sleutel.

Zelf-synchroniserende stream-cijfers

Bij een speciale soort stream-cijfers gebruik je ook delen van het geheime bericht zelf om de sleutelstroom te maken. Dus niet alleen de sleutel, maar ook het bericht zelf beïnvloedt de sleutelstroom.

Stream-cijfers zijn handig voor berichten die meteen verstuurd moeten worden, zoals bij mobiele telefoons.

Block cipher

Bij een block cipher wordt tekst in blokken opgedeeld volgens een vaste grootte, bijvoorbeeld 128 bits. Deze blokken woren met een geheime sleutel versleuteld in een onleesbare code. Met de sleutel kun je de versleutelde tekst weer ontsleutelen tot leesbare tekst.

Asymmetrische encryptie

Bij asymmetrische encryptie (ook wel openbare sleutel methode genoemd) gebruik je niet één, maar twee sleutels. Dit is anders dan bij symmetrische encryptie.

Twee sleutels: privé en openbaar

Je hebt een privésleutel (geheim) en een openbare sleutel (niet geheim). Met de privésleutel kun je gegevens ontsleutelen of een digitale handtekening maken. Met de openbare sleutel kun je gegevens versleutelen en controleren of een digitale handtekening echt is.

Steganografie

Steganografie is het verstoppen van informatie in een ander medium, zoals een foto of een geluidsbestand. Het woord komt uit het Grieks en betekent “bedekt schrijven” of geheimschrift.

Het medium waarin de informatie verstopt zit, noemen we een steganogram. De informatie wordt zo verstopt dat niemand het ziet als ze naar het medium kijken. Hierdoor blijft de verborgen informatie geheim voor anderen, net als bij cryptografie.