Met behulp van de functies Vigenère Code Breker en Vigenèrecijfer en de varianten Gronsfeld Cijfer en Trithemiusversleuteling, kun je coderen en decoderen tussen platte tekst en met Vigenère versleutelde tekst.
De functie Vigenère Code Breker
Deze functie kun je zowel in de map Vigenèrecijfer vinden als in Algemene code oplossers.
Voer de versleutelde tekst in en bedenk hoe lang de sleutel is en welk alfabet gebruikt is. Daarna zie je de gewone tekst die je verwacht, samen met het sleutelwoord. Hoe lang de versleutelde tekst en het sleutelwoord zijn, bepaalt hoe groot de kans is dat het lukt. Probeer het meerdere keren totdat je aanwijzingen vindt.
Wat zie je op het scherm?
Bovenaan het scherm staat een tekstveld waar je de versleutelde tekst invoert.
Daaronder staat een schuifknop op Autokey te activeren of uit te schakelen.
Met de schuifknop Negeer niet-letters kun je aangeven of andere karakters dan letters moeten worden meegenomen of uitgeschakeld.
In het Alfabet gedeelte staat een keuzemenu waar je de taal van de versleutelde tekst kunt kiezen.
Je hebt de keuze uit:
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
In het gedeelte Lengte van de sleutel geeft je met behulp van twee tekstvelden de minimale grootte en de maximale grootte van de sleutel op. Je kunt in beide tekstvelden een waarde typen of de waarde aanpassen met de plus- en min-knop.
Nadat je op de knop Indienen hebt getikt zal onder Uitvoer het resultaat komen te staan.
De functie Vigenèrecijfer
Boven het uitvoer gedeelte staat een schuifknop waarmee je kunt kiezen of je wilt coderen of ontsleutelen.
Coderen
Als je ‘coderen’ kiest verschijnen er bovenaan het scherm drie tekstvelden.
In het eerste tekst zet je de tekst die je wilt versleutelen.
Daaronder zet je de sleutel, die je wilt gebruiken voor de versleuteling.
Het derde tekstveld, A, kies je de positie van de sleutel A.
Onder tekstveld A heb je twee schuifknoppen, waarmee je de Autokey aan of uit kunt zetten en Niet-letters wel of niet kunt negeren.
Onder Uitvoer komt de versleutelde tekst te staan.
Ontsleutelen
Als je ‘ontsleutelen’ kiest verschijnen er bovenaan het scherm drie tekstvelden.
In het eerste tekst zet je de tekst die je wilt ontsleutelen.
Daaronder zet je de sleutel, die je wilt gebruiken voor de ontsleuteling.
Het derde tekstveld, A, kies je de positie van de sleutel A.
Onder tekstveld A heb je twee schuifknoppen, waarmee je de Autokey aan of uit kunt zetten en Niet-letters wel of niet kunt negeren.
Onder Uitvoer komt de ontsleutelde tekst te staan.